Goalgetters: het eeuwige record van Lisanne Lejeune

Met een indrukwekkend totaal van 265 doelpunten bekleedt Lejeune de derde plaats op de eeuwige topscorerslijst van de Hoofdklasse. Haar hele carrière in de hoofdklasse droeg ze het shirt van HGC, waar ze met name halverwege de jaren tachtig als aanvaller voor een explosie aan doelpunten zorgde.

Het seizoen 1984-1985 markeerde de start van haar opmars. Lejeune schoot die jaargang al dertig keer raak, maar dat was slechts een opwarmertje. In het daaropvolgende seizoen bereikte ze als eerste speelster ooit de grens van veertig doelpunten. En alsof dat niet genoeg was, zette ze een jaar later met 46 treffers een onnavolgbaar record neer. HGC en Amsterdam domineerden in die tijd de competitie, maar Lejeune’s persoonlijke productie was het kroonjuweel. Alleen haar ploeggenote Wietske de Ruiter kwam in de buurt, toen zij in 1991-1992 eveneens 46 keer scoorde voor HGC.

Lejeune’s wapenarsenaal was dodelijk effectief. Haar fluwelen slagtechniek en balcontrole maakten haar een onbetwiste strafcornerspecialist. Het seizoen 1985-1986 was haar meesterwerk: in 21 van de 22 wedstrijden vond ze het net, en in acht daarvan deed ze dat zelfs drie keer of vaker. Toch ging haar loopbaan niet zonder obstakels. Knieklachten dwongen haar enkele jaren later tot een rol als verdedigster, maar zelfs vanaf die positie bleef ze een onmisbare kracht.

‘We speelden destijds met zoveel vertrouwen. We wisten dat iedere bal voor onze stick een doelpunt zou kunnen opleveren. Dat zelfvertrouwen zorgde ervoor dat je rustig bleef op moeilijke momenten. Bovendien vertrouwde ik blind op mijn intuïtie. Ik weet dat Tim Steens, onze coach in dat seizoen, mij regelmatig prikkelde met statistieken. Hij hield precies bij hoe vaak ik uit een strafcorner had gescoord en zo. Dat hield me scherp’, vertelde Lejeune een paar jaar geleden aan Hockey.nl.

Lejeune, die met HGC zes keer de landstitel veroverde, sloot haar Hoofdklasse-loopbaan af na het seizoen 1993-1994. Haar 265 doelpunten bleven decennialang een maatstaf, totdat Maartje Paumen (368) en Kim Lammers (319) haar voorbijstreefden.